Naam van het kind
De Vrouwenraad is in 1996 beginnen lobbyen voor een wetswijziging van de naamgeving. Wij pleitten er toen voor dat de ouders binnen een bepaalde termijn na de geboorte een bewuste keuze moesten maken en de familienaam van één van beiden aan hun kind moeten geven. In 2011 hebben we ons standpunt aangepast en kozen we voor de dubbele naam met vrije keuze inzake de volgorde.
De wet van 8 mei 2014 op de naamsoverdracht van de familienaam was voor de Vrouwenraad een belangrijke stap naar gelijkheid tussen de ouders of zoals wij het noemden ‘het wegwerken van de laatste grote directe discriminatie tussen mannen en vrouwen.’
Tot de inwerkingtreding van de wet van 8 mei 2014 droegen in België alle kinderen die binnen het huwelijk geboren werden de naam van de vader. Ook kinderen van ongehuwde ouders waarbij de verwekker het kind erkende vóór de geboorte of op het ogenblik van de aangifte van de geboorte, kregen de naam van de vader. Het was gewoon niet mogelijk deze kinderen de naam van de moeder te geven of de samengestelde familienaam van beide ouders.
De wet van 2014 liet ouders de keuze voor wat de familienaam van hun kinderen betrof: de dubbele familienaam, alleen de naam van de moeder of alleen de naam van de vader. Wanneer de ouders het echter niet eens raakten, of bij afwezigheid van een keuze, kreeg het kind automatisch de naam van de vader. Hij kreeg daardoor een vetorecht en kon dus vermijden dat het kind (ook) de familienaam van de moeder kreeg.
Eind november 2014 vroeg het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen - naar aanleiding van een klacht - bij het Grondwettelijk Hof de vernietiging van dat wetsartikel over het vetorecht van de vader. Deze bepaling discrimineerde vrouwen aldus het Instituut. Verschillende organisaties, waaronder de Vrouwenraad, sloten zich in januari 2015 hierbij als belanghebbende aan.
Op 14 januari 2016 velde het Grondwettelijk Hof een arrest inr. 2/2016. Het Hof oordeelde dat er inderdaad sprake was van discriminatie van moeders bij onenigheid over de naamsoverdracht. Het Hof stelde dat dergelijke ongelijke behandeling op grond van geslacht enkel kan gerechtvaardigd worden wanneer er zeer sterke overwegingen zijn. De overwegingen die aan de basis van de ongelijke behandeling in de wet van 8 mei 2014 lagen, achtte het Hof geen sterke overwegingen.
Het Hof heeft bijgevolg de bepaling afgeschaft die de vader bij onenigheid het vetorecht gaf. De wetgeving met vetorecht is in voege gebleven tot 31 december 2016.
De kerstwet van 25 december 2016 over de naamsoverdracht bepaalt nu dat kinderen geboren vanaf 1 januari 2017 de naam van hun vader niet meer krijgen bij onenigheid tussen de ouders over de keuze van de familienaam of bij afwezigheid van naamkeuze. Volgens de nieuwe wet krijgen deze kinderen de dubbele naam die bestaat uit de naam van de moeder of de vader/meemoeder, in alfabetische volgorde.
Voor ons is deze zaak na 20 jaar Vrouwenraadlobbywerk afgehandeld!
Maar nu nog de praktijk…
Uit de geboortestatistieken tussen 1 juni 2014 en 31 december 2015 blijkt dat 90 % van de kinderen de enkelvoudige naam van de vader kreeg en 4,90% de dubbele naam. Bij meer dan 86% van de gekozen dubbele naam, kwam de naam van de vader als eerst.
(Handelingen Kamer 2015-2016, CRIV 54 COM 334).
In 2016 kregen 92.984 kinderen van de 103.829 Belgische geboortes de familienaam van de vader. 4.336 kinderen kregen de naam van de moeder (4,18%), 4.627 kinderen kregen de dubbele familienaam vader-moeder en 798 kinderen de dubbele familienaam van moeder-vader (0,77%). (DS 12 januari 2017 op basis van Rijksregister/FOD Binnenlandse Zaken).
In 2017 kregen 4.295 van de 101.071 aangegeven kinderen enkel de familienaam van de moeder bij de geboorteaangifte. In 2018 waren dat er 5.773 van de in totaal 98.547 aangiften, in verhouding een stijging van 40 procent ten opzichte van 2017. 91,2% van de Vlaamse ouders koos voor de naam van de vader. In Wallonië was dit het geval voor 85% van de ouders en in Brussel voor 83%. 8% van de Brusselse ouders koos voor de naam van de moeder, tegenover 7% in Wallonië en 4,7% in Vlaanderen. 7,6 % van de Brusselse ouders koos voor de dubbele naam. In Wallonië was dit het geval voor 6,9% van de ouders en in Vlaanderen voor 3,3%.
Van de 53.480 kinderen met Belgische nationaliteit die in 2020 in Vlaanderen zijn geboren, kregen 2.088 een dubbele familienaam met volgorde vader-moeder en 657 een dubbele familienaam moeder-vader. In totaal is het aandeel van de dubbele familienaam iets meer dan 5%. 48.576 kregen enkel de naam van de vader, 2.159 enkel de naam van de moeder. Voor heel België kregen 5.557 kinderen een dubbele familienaam vader-moeder en 1.353 een dubbele familienaam moeder-vader, van de in totaal 94.577 geborenen (DS 14 april 2021 op basis van FOD Binnenlandse zaken, afdeling Instellingen & Bevolking).
De FOD Binnenlandse Zaken verzamelt statistieken over de naamgeving. De gegevens omvatten de keuze voor namen die ouders doorgeven op het tijdstip van de aangifte van de geboorte. Deze cijfers moeten met de nodige omzichtigheid bekeken worden om volgende redenen:
- De cijfers baseren zich hoofdzakelijk op een vergelijking tussen de naam van de ouders en de naam van de kinderen om de naam van de kinderen te bepalen en hier is er een discrepantie vast te stellen tussen het aantal geboortes en het aantal aangegeven namen. Er is niet altijd een overeenkomst, bijvoorbeeld wanneer het kind een andere naam heeft dan die van de ouders.
- Er kan niet vastgesteld worden of het kind het eerste gemeenschappelijke kind van het koppel is ofeen van de jongere kinderen binnen eenzelfde gezin.
- Enkel wanneer beide afstammingsbanden tegelijk worden vastgesteld (bijvoorbeeld via het huwelijk, de prenatale erkenning of de erkenning op het tijdstip van de geboorte) op het tijdstip van de aangifte van de geboorte kunnen de ouders samen een keuze maken volgens een van de mogelijkheden conform de wet van 8 mei 2014. Een kind ten aanzien van wie enkel een afstammingsband langs moederszijde of langs vaderszijde werd vastgesteld op het tijdstip van de geboorte krijgt automatisch enkel de naam toegekend van de ouder in hoofde van wie de afstamming is vastgesteld. De statistische gegevens met betrekking tot de toekenning van de naam bij de geboorte bieden dus niet de mogelijkheid om een keuze van de ouders aan het licht te brengen.(De Kamer. Schriftelijke vragen en antwoorden. QRVA 54 186, 15-05-2019,p. 273).
|