Van Vrouwenraadcombinatiemodel naar het Paarse Pact
Na de invoering van de deeltijdse arbeid begin jaren 1980 in sectoren waar vooral vrouwen belandden - overheidsmaatregel om de arbeid te herverdelen naar aanleiding van periode van grote werkloosheid - lag de focus van de vrouwenbeweging jarenlang op voltijds werk voor iedereen en de opbouw van eigen socialezekerheidsrechten om de economische zelfstandigheid van de vrouw te versterken omdat deeltijdse arbeid op dat vlak een ramp was.
Onze shift van het klassieke voltijds werken naar werkduurvermindering
In 2008 kwamen we via overleg met het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën van de Vlaamse Gemeenschap (later opgegaan in Statistiek Vlaanderen) tot het Vrouwenraadcombinatiemodel.
Vrouwenraadcombinatiemodel 2008
Met meer mensen wat beter combineren
Gezinnen en alleenstaanden zijn constant op zoek naar een evenwicht om beroeps- en gezinsleven zo optimaal mogelijk te kunnen combineren. De overheid creëert hiervoor diverse mogelijkheden: moederschapsrust en geboorteverlof voor vaders en meemoeders bij een bevalling, thematische verloven, tijdskrediet, deeltijds werk, kinderopvang, wat lastenverlagingen, enzovoort.
Maar het zijn vooral vrouwen die hun loopbanen tijdelijk onderbreken of op een lager pitje zetten. Ze presteren gemiddeld minder uren beroepsarbeid en gemiddeld meer uren gezins/zorgarbeid per week dan mannen. De verschillen v/m bij sociale arbeid, persoonlijke verzorging en ontspanning zijn minder groot. Binnen de gezinnen wordt het evenwicht van de dagelijkse activiteiten dan wel op een bepaalde manier hersteld maar tussen de groep vrouwen en de groep mannen is er duidelijk een onevenwicht op het vlak van de beroepsloopbaan en de zorgarbeid.
Dé oplossing is bijgevolg een evenwichtige combinatie van beroeps- en gezinsleven voor iedereen.
Welke beleidsmaatregelen moeten daarvoor genomen worden?
Vertrekken van een combinatiemodel dat onze dagelijkse activiteiten over alle gezinsleden evenwichtig verdeelt (professionele arbeid, gezins/zorgarbeid, vrijwillige of sociale arbeid, educatie, vrije tijd en persoonlijke verzorging – allemaal productieve processen). Met voldoende ondersteuning van de overheid, zodanig dat ook mensen die er bepaalde periodes in hun leven alleen voor staan eveneens de kans krijgen om dit alles rond te krijgen.
De uitbouw van een sterke democratie, die volgende basiswaarden (normatief kader) omvat: gelijkheid, vrijheid, solidariteit en efficiëntie. Deze waarden moeten in evenwicht zijn. Ze moeten elkaar stimuleren maar ook begrenzen. Dat houdt onder meer in dat gelijkheid niet mag primeren want dan zou elke burger verplicht worden om bijvoorbeeld 38u per week te werken. Dat betekent ook dat vrijheid niet de hoofdwaarde mag zijn want dan zouden veel mensen er kunnen voor kiezen om helemaal niet beroepsactief te zijn, waardoor van de overblijvende beroepsactieven dan wel veel solidariteit verwacht zou worden.
Met meer mensen wat minder uren beroepsarbeid
Het Vrouwenraadsamenlevingsmodel stelt een normale 'volwaardige' baan van bijvoorbeeld 35u of 32u per week voor als gemiddelde van een beroepsloopbaan van de ganse groep werknemers, zonder verplaatsingstijd maar wel met inbegrip van de mogelijkheden om af en toe (tijdelijk) uit te stappen en behoorlijk vergoed te worden. Deze onderbrekingsperiodes gelden dan als gelijkgestelde dagen voor het pensioen. De norm van 35u of 32u is een gemiddelde. Dat betekent dat er altijd mensen zullen zijn die gemiddeld minder uren of net meer uren beroepsactief bezig zijn. Vrouwen en mannen presteren in dit model ook voldoende uren gezins/zorgarbeid per week.
Vrouwenraadstudiedag ‘Minder werken, meer liefhebben’ 2017
In 2017 organiseerden we in het Vlaams Parlement een studiedag “Minder werken, meer liefhebben”. Femma trok toen al voluit de kaart van wekelijkse arbeidsduurvermindering tot 30u als het nieuwe voltijds. Ook voorbeelden uit het buitenland toonden al aan dat de productiviteit stijgt als de arbeidsduur daalt, dat werknemers een grotere vrijheid krijgen en gelukkiger zijn. Onze focus verschoof naar herwaardering en herverdeling van de onbetaalde zorg. We kozen toen ook voor de 30-urenwerkweek.
Het Paarse Pact 2019
Vervolgens werkten we in 2018-2019 actief meer met de Europese Vrouwenlobby, de grootste alliantie van meer dan 2000 vrouwenorganisaties in de EU, aan de voorbereiding van het Paarse pact: een visie op een feministisch Europa. Die benaming is gebaseerd op het begrip 'Paarse Economie', dat staat voor een gendergelijke en duurzame economie. Dit is ook een economie die zorg naar waarde schat, die welzijn creëert en niet enkel welvaart, die diversiteit als een verrijking ziet, die gender- en milieuonrechtvaardigheden de wereld uit wil en die ethische criteria hanteert voor de ontwikkeling van een wereld waar niemand achterblijft. De visie van het Paarse Pact is gebaseerd op de theorie van de feministische economen en filosofen Amartya Sen (Nobelprijs economie) en Martha Nussbaum (prof. rechtsfilosofie en ethiek).
Het Paarse Pact staat onder andere voor de uitbouw van een echte zorgeconomie; de erkenning van de economische waarde van zorg; gelijk werk/gelijk loon/gelijke zorg als evenwichtsmodel i.p.v. kostwinnersmodel; naar een meer ontspannen arbeidsmarkt met kortere werkweken (30-urenwerkweek), langer zwangerschapsverlof en geboorteverlof (100% betaald); beter vergoede en meer flexibele (minder administratie – meer duidelijkheid) onderbrekingssystemen zodat iedereen die kan opnemen, ook alleenstaande ouders, ook zelfstandigen; meer evenwichtige loopbanen voor mannen én vrouwen dichten de loon en pensioenkloof; een arbeidsmarkt waar ook mannen mogen zorgen leidt tot afbraak van stereotypen en het onderuithalen van het patriarchaal model; mannen meer naar zorg oriënteren leidt tot minder geweld t.o.v. vrouwen; verhoogde investeringen in zorg en zorgdiensten en kwalitatieve toegankelijke en betaalbare openbare diensten; iedereen een dak boven het hoofd; groen en natuur in ieders bereik.
Vrouwenraadkadertekst combinatie beroeps- en gezinsleven 2012 ( actualisering van 2008 )
Vrouwenraadkadertekst combinatie beroeps- en gezinsleven 2012 beknopt
|