23 februari 2015
Ondanks het feit dat Vlaanderen steeds meer hoogopgeleide meisjes en vrouwen telt (ze vormen de meerderheid in universiteiten en hogescholen), blijven we hen al te vaak terugvinden in deeltijds of tijdelijk werk en veel minder in kwaliteitsvolle leidinggevende jobs. Dat onbenutte arbeidsmarktpotentieel is een gemiste kans voor elke werkgever, en zeker voor een overheid die het voortouw zou moeten nemen om gendergelijkheid door te voeren in haar personeelsbestand. Top- en middenmanagement moeten mee de boodschap van diversiteit uitdragen.
Vandaar dat de Vlaamse overheid al in 2006 (!) een streefcijfer naar voor schoof om de tewerkstelling van vrouwen bij de overheid op te krikken: 33 % vrouwen in midden- en topkader in 2015. In het licht van de steeds stijgende werkzaamheidsgraad bij vrouwen legde de nieuwe Vlaamse regering de lat nog hoger: "Op vlak van diversiteit maken we werk van ambitieuze, maar haalbare streefcijfers tegen 2020. Voor vrouwen in top- en middenkader trekken we het streefcijfer op tot 40 %."
Bevoegd minister Homans nam dit dan ook expliciet op in haar beleidsnota Bestuurszaken: "In overeenstemming met de bredere maatschappelijke trend om meer gendergelijkheid te bekomen op de arbeidsmarkt, verhogen we voor de Vlaamse administratie de streefcijfers voor vrouwen in topfuncties en middenkader naar 40 %. Zo willen we een doorbraak realiseren in de doorstroom en het genderonevenwicht doorbreken."
De Vrouwenraad was toen blij met zoveel ambitie. Maar waar staan we vandaag?
De jongste cijfers (van 2013) geven 31 % vrouwen in het middenmanagement en 21 % in het topmanagement van de Vlaamse overheid.
De dienst Diversiteitsbeleid heeft er alvast geen goed oog in: "Met de recente benoemingen van heel wat mannelijke topambtenaren en de fusies van verschillende entiteiten met vaak vrouwelijke topambtenaren aan het hoofd, is het streefcijfer voor topmanagement van 33 % niet meer haalbaar tegen eind 2015. Het is van belang dat de politiek verantwoordelijken bij de volgende fusies aandachtig omgaan met het behoud van vrouwen in deze topfuncties. Zo niet, dreigt het aantal vrouwen in het topkader te eindigen tussen 15 % en 18 % in plaats van de huidige 21 %."
Het is voor de Vrouwenraad dan ook erg verontrustend dat in het Gelijkekansen- en Diversiteitsplan 2015 van de Vlaamse overheid (dat momenteel ter stemming ligt in het Vlaams Parlement) een duidelijke actie ontbreekt. De Vlaamse Regering zou zich er enkel de komende twee jaar (2015-2016) toe verbinden om minstens 33 % vrouwen in het middenkader in alle entiteiten te bereiken (het oude streefcijfer van 2006!). Met betrekking tot het topmanagement wordt geen enkele concrete actie vooropgesteld.
Dit is flagrant in tegenspraak én met het Vlaams regeerakkoord én met de beleidsnota van minister Homans die aangaf een voorbeeld te willen stellen wat betreft het doorbreken van het genderonevenwicht.
Daarom vraagt de Vrouwenraad een bijsturing van dit diversiteitsplan naar 40 % vrouwen, ook in het topmanagement. Volledig in overeenstemming met het regeerakkoord en als tussenstap naar een 50/50-verdeling, de norm in een democratie.
Gezien men eind 2013 een terugval noteerde bij het aantal vrouwen in topmanagement tegenover 2009 (van 25 % naar 21 %) is het absoluut noodzakelijk om in het licht van een genderevenwicht bijkomende acties en ondersteuning in te schrijven.
Voorzitter Magda De Meyer rekent op onze vrouwelijke én mannelijke parlementairen om ook in de Vlaamse overheid het glazen plafond te slopen.
|